Het karretjesprincipe

Het Karretjes-Principe: Stop met sleutelen aan teksten die toch niet werken

October 09, 20255 min read

Afgelopen zaterdag, Albert Heijn.

Een man van een jaar of vijftig worstelde met z'n boodschappenkarretje. Het voorwieltje zat vast.

Hij trok. Hij duwde. Hij probeerde het karretje te draaien.

Niks hielp.

Na een minuut gefröbel zette hij het karretje terug en pakte gewoon een ander.

Probleem opgelost.

Ik moest lachen. Niet om hem, maar om de situatie. Want het is zo herkenbaar.

We blijven dingen proberen te repareren die gewoon niet werken. We blijven duwen en trekken en corrigeren. Terwijl de oplossing vaak simpeler is: pak iets anders.

En dat zit 'm niet alleen in karretjes bij de supermarkt.

Het zit 'm ook in je teksten.

In dit blog ontdek je of je tekst een karretje met een lam voorwiel is en wat je er aan doet.

Waarom je tekst niet werkt (en wat je eraan doet)

Als je zelf content maakt voor je bedrijf — een mail, een blog, een social media post — dan wil je dat mensen gaan kijken of luisteren of lezen. En het liefst tot het einde.

Klopt wel denk ik, hè?

En het is ook logisch want als ze stoppen met lezen, gebeurt er niks. Geen reactie. Geen klik. Geen nieuwe klant.

Maar hier gaat het mis. Vooral bij ondernemers die 's avonds na het achtuurjournaal nog even snel hun marketing tikken.

Ze denken: "Ik moet mijn tekst beter maken."

Dus ze gaan sleutelen. Ze herschrijven zinnen. Voegen woorden toe. Maken het netter, gladder, professioneler.

En dan gebeurt er iets geks.

De tekst wordt juist saaier. Mensen lezen 'm nog steeds niet.

Het karretje blijft naar links trekken.

Het probleem zit niet in de formulering

Het probleem zit in de richting. Je karretje (je tekst) gaat de verkeerde kant op.

En daar kan je aan sleutelen wat je wil, maar het lost niks op.

Wat je nodig hebt is een ander karretje. Een andere insteek. Een andere start.

Laat me je een voorbeeld geven.

Stel: je schrijft een mail over een nieuwe dienst die je aanbiedt. Je begint met: "Ik ben blij je te kunnen vertellen dat ik nu ook…"

Stop.

Dat is een karretje dat naar links trekt.

Want niemand zit te wachten op wat jij blij bent te vertellen. Mensen zijn druk. Ze scrollen. Ze scannen.

Ze hebben geen tijd voor jouw blijdschap.

Ze hebben wél tijd voor hun eigen probleem..

 

Pak een ander karretje

Oplossing: begin met hun probleem.

"Vorige week hoorde ik iemand zeggen: 'Ik weet niet hoe ik…'"

Of: "Er is iets wat bijna iedereen verkeerd doet bij…"

Je ziet het verschil.

Het eerste karretje gaat over jou. Het tweede gaat over hen.

En dat tweede karretje? Dat rijdt rechtdoor.

Als het wieltje piept halverwege

Maar er is nog iets.

Soms pak je een karretje dat op het eerste gezicht perfect lijkt. Het rijdt rechtdoor. Het voelt goed.

Maar halverwege de winkel merk je: het wieltje piept. Of er zit een rare trilling in. Of het is net iets te zwaar om te manoeuvreren.

Ook dan geldt: zet het terug. Pak een ander karretje.

Want als jij als schrijver al merkt dat er iets niet lekker loopt in je tekst?

Dan merkt je lezer dat ook. Het gaat in alle letters, punten en komma's zitten. Zonder dat je er zelf erg in hebt.

En je lezer haakt af.

De denkfout die je geld kost

Je begint met een idee. Je schrijft een paar alinea's. En dan voelt ‘het’ niet.

Maar in plaats van opnieuw te beginnen, ga je door. Want: "Ik heb hier nu al een halfuur aan besteed."

En zo eindig je met een tekst die niet lekker loopt. Die niet overtuigt. Die niemand helemaal uitleest.

Het karretjes-principe: als het niet lekker loopt, begin dan opnieuw.

Kost het tijd? Ja.

Maar minder tijd dan blijven duwen tegen een karretje dat toch niet de goede kant op gaat. En het levert je meer op: lezers die langer bij je blijven.

 

Drie signalen dat je karretje deugt

Nu denk je misschien: "Oké Peter, maar hoe weet ik dan of mijn karretje goed is?"

Goeie vraag. Hier zijn drie dingen waar ik op let.

Eén: begint mijn tekst met iets waar de lezer om geeft?

Niet waar ík om geef. Waar de lezer om geeft.

Als ik begin met "ik ben trots om aan te kondigen" of "ik wil graag even vertellen" — dan weet ik: verkeerd karretje.

Als ik begin met een situatie, een gevoel, een probleem dat de lezer herkent — dan weet ik: goed karretje.

Twee: loopt de tekst natuurlijk?

Als ik merk dat ik mezelf moet dwingen om zinnen aan elkaar te breien, dan klopt er iets niet.

Als de tekst vanzelf komt, als de ene zin logisch voortvloeit uit de andere — dan zit ik goed.

Drie: zou ik dit zelf willen lezen?

Simpele test. Maar krachtig.

Als ik denk: "Mwah, dit is wel een beetje saai" — dan denkt mijn lezer dat ook.

En dan pak ik een ander karretje.

Je hoeft niet met elk karretje helemaal door te rijden…

Het mooie is: je hoeft niet met elk karretje helemaal tot het einde toe door te rijden om te weten of het goed is.

Vaak zie je het al na twee zinnen. Soms merk je het na een alinea.

En dat is prima. Want hoe eerder je het merkt, hoe sneller je kunt switchen. Voor de meeste teksten geldt: het karretjes-principe lost het op.

Als je tekst niet lekker loopt, begin dan opnieuw. Probeer een andere insteek. Een andere opening. Een ander verhaal.

Blijf niet hangen in iets wat niet werkt. Want je lezer heeft geen geduld voor een karretje dat naar links trekt.

Die gaat gewoon naar iets wat ie wel interessant vindt.

Pak gewoon een ander karretje

De volgende keer dat je een tekst schrijft en het voelt niet lekker?

Denk aan die man bij de Albert Heijn. Die een minuut worstelde met zijn karretje. En toen gewoon een ander pakte.

Probleem opgelost.

Ook jij kan dat.

Pak een ander karretje. En rij rechtdoor.

Laat me hieronder weten of je met dit inzicht geholpen bent.

Back to Blog

© 2025 Copywriting voor ondernemers. Alle rechten voorbehouden - Privacyverklaring